menu

Hier kun je zien welke berichten deric raven als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

A Campingflight to Lowlands Paradise Vol. 2 (1994)

4,0
De promotie albums van Lowlands mogen vreemd genoeg wel op de site; misschien wel omdat je er nog best wel wat voor moest betalen, maar de Popronde cd’s zijn al snel na het toevoegen weer verwijderd.
Jammer, gewoon al leuk om te zien wat er uiteindelijk van die Nederlandse acts is geworden.
Zo ben je ook benieuwd naar het vervolg van de Lowland acts, en op dit deel staan eigenlijk geen missers op, iets wat op latere cd’s wel nog al eens het geval was.
Steeds meer acts, dus ook steeds meer cd’s; vervolgens dubbelaars, en daarna zelfs met 3 cd’s.
Steeds meer verlang ik hierdoor naar de festivals van vroeger, zoals het oude Pinkpop.
Gewoon een dag met 10 meer dan uitstekende acts, pauzes om snel wat te eten, en dan weer aan te schuiven voor de volgende redelijk grote naam.
Dat waren nog eens tijden.

A Perfect Circle - Eat the Elephant (2018)

3,0
Is dit nou echt een goed album, of zitten we gewoon te lang te wachten op de nieuwe Tool.
Als ik het begin van Eat The Elephant hoor, dan neig ik al snel naar het eerste.
Rustige geluidspassages die mij doen denken aan het rustige Nine Inch Nails werk.
Maar daarbij vind ik vooral de afwisseling tussen hard en zacht geweldig tot zijn recht komen; eens kijken wat deze A Perfect Circle verder te bieden heeft.
Ergens moet de pijn en woede toch voelbaar zijn; iets wat ik bij Nine Inch Nails ervaar, maar zeker ook bij Tool.
Disillusioned overtuigt nog niet echt, het is allemaal te rustig, als ik dit soort muziek wil horen, dan pak ik wel een album van Death Cab for Cutie uit de kast.
Bij zo’n Adams Family achtige hoes, verwacht je zwaarder werk, of juist een meer Gothic gericht geheel, en ondanks dat er best wel wat spannende muziekbogen tussen verweven zitten, neemt de drang naar een nieuwe Tool alleen maar meer toe.
Alleen The Doomed heeft die gehoopte uitbarsting, maar ook daarbij lukt het niet om het hele nummer dit etiquette toe te kennen.
Hoe moet ik deze plaat verder omschrijven; ik hoe het maar op Darkwave met alternatief gereedschap.

A Place to Bury Strangers - Hologram (2021)

4,0
Met de komst van drummer Lia Simone Braswel krijgt Oliver Ackermann eindelijk die gehoopte vocale feedback die hem naar een hoger evenwichtig level tilt. De schelle uithalen verstoren aangenaam de neurotische stemmingswisselingen en zorgen voor de nodige impulsen om voorlopig in door te groeien. Het overtuigende Pinned zoekt voorzichtig die grenzen van de eighties gothic rock op, en gaat daar net heerlijk speels overheen. Eindelijk lijkt het erop dat deze samenwerking voor vele vruchtbare jaren zal zorgen. Echter als Hologram verschijnt is Lia Simone Braswel alweer van het podium verdwenen. Vervaagd en opgeslokt door het vurige ontembare demonische monster wat onder leiding van Oliver Ackermann tot bloei komt.

De leegte wordt opgevuld door drummer Sandra Fedowitz die eerder al met haar man John Fedowitz als Ceremony East Coast een aantal duistere shoegazer albums afleverde. Oliver Ackermann en John Fedowitz hebben al samen een verleden in de pre A Place To Bury Strangers periode toen ze beide actief waren in het keiharde oorverdovende shoegazergezelschap Skywave. Een grappig feit is dat John Fedowitz tijdens de tournee in 2016 als vervanger van Robi Gonzalez de plek achter het drumstel opvulde en na vijf jaar zijn terugkeer verzilvert in de rol van bassist. Dit drietal bouwt nu aan de kern van een vijftal tracks welke uiteindelijk de Hologram EP gehaald hebben. En misschien is het maar goed ook dat het hierbij gebleven is. Man, wat hakken ze er weer voluit op in zeg! De slopende energie is in ieder geval aanwezig, en dat belooft veel goed.

A Place To Bury Strangers blijft een roodgloeiende killermachine die veel muzikale levens opeist. Oliver Ackermann kapselt hierbij zijn ideeën in door ze onder te brengen bij zijn eigen netgevormde Dedstrange label, waardoor hij het overzicht van het bandgebeuren nog beter beheerst. Toch is het John Fedowitz die juist Oliver Ackermann uitdaagt om met de kale drumbeat van End of the Night aan de slag te gaan. Dit logge doomritme past perfect in het destructieve beeld wat A Place to Bury Strangers wil schetsen. Dromerige shoegazerpatronen die hulpeloos ten onder gaan in luide noise golven. Alles kan kapot, zo ook die oeroude manier van componeren. Opbouwen en bijschaven. De herkenbare kakofonische terreur ramt er weer ouderwets stevig doorheen. De meerwaarde zit hem dus vooral in die computergestuurde percussie; wat een superieure meestertrack zetten ze hier neer. A Place To Bury Strangers is de vermorzelende fase ontstegen en bevindt zich nu ergens op het retropsychedelische startpunt van Psychocandy, de alles vernietigende debuutplaat van hun persoonlijke The Jesus and Mary Chain helden.

Hologram is een eerbetoon aan de scene rondom het New York van de jaren zeventig. Hologram is een gezichtsbedreigende fata morgana waarbij de contouren van het beruchte CBGB punkhol zichtbaar zijn. Onhaalbare illusies die hier daadwerkelijk opgeroepen worden. Smerige lompe garagerockers met een duister doemrandje. Hier en daar overheersen de schaduwen van de legendarische punkiconen die in hun glorietijd het straatbeeld in New York bepaalden. Het verraadt de afkomst van deze geluidsgeweldenaren. De gitaren zorgen voor dat emotionele nostalgische randje met hier en daar wat verdwaalde keyboardklanken.

A Place to Bury Strangers - Hologram | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

A Slice of Life - Tabula Rasa (2022)

4,0
Zeven gouden jaren worden vaak gevolgd door een net zo lang durende zwarte periode. Geen slechte week en een Friday I’m In Love heropleving voor Dirk Vreys. Het leven is zwaar en moedeloos vermoeiend geworden. Het persoonlijke verdriet krijgt een behoorlijke knauw als zijn ouders in een tijdsbestek van anderhalf jaar komen te overlijden. En dan ben je een wees en volledig op jezelf aangewezen.

De gelukmomenten haalt hij uit het optreden, samen met zijn zoon Jarne in de The Cure tributeband The obsCURE, het verdriet parkeert hij voor dat andere project A Slice Of Life. Als zanger/tekstschrijver staat Dirk Vreys op de voorgrond, maar onderschat het aandeel van de overige bandleden niet. Met de twee gitaristen Wim Kempenaers en Guy Wilssens, bassist Nelson Da Silva, toetsenist Emmanuel Schaeverbeke en drummer François-Xavier Reimeringer vormt hij een stabiele geoliede eenheid.

Het leven is een grote ergernis. God schiep de wereld in zeven dagen en maakt er een grote puinhoop van. De zelfvernietigende lost weekend song Seven Days heeft het startpunt in deze persoonlijke ellende. Hoe hard je ook vooruit rent, het verleden kan je niet ontvluchten en zal je uiteindelijk inhalen. Het lichamelijke verval, de dierlijke overlevingsdrang, de mentale aftakeling en de acceptatie daarvan.

De vooruitgeschoven single geeft een goed geschetst beeld van hoe deprimerende zware postpunk uit begin jaren tachtig met driftige alternatieve nineties Belpop in het huwelijk treedt. Zo mooi dat die experimentele vooruitstrevende fase in de sound van A Slice Of Life zijn weg vindt. De band verloochend hun afkomst niet en levert met deze verrassend sterke single een heerlijk voorgerecht af. Een delicatesse welke ons smullend doet verlangen naar meer.

Die honger wordt nu met Tabula Rasa gestild. Het opgefokte Run For Cover is namelijk nog gejaagder, nog onheilspellender en nog dramatischer. Dat de rusteloze nachten van voorganger Restless nog niet voorbij zijn, bewijst de elektrodance remake van Coraline wel, welke de finishlijn van de cd versie van Tabula Rasa gehaald heeft.

Dirk confronteert het brein met de donkere kanten van de zelfkant, en gaat de uitdaging aan om deze schaduwdemonen een passende plek in het bestaan te geven. Tabula Rasa beantwoordt geen levensvragen, maar gaat wel het uitnodigende gesprek aan. Tabula Rasa heft blokkades op, maar opent geen doodlopende wegen.

Tabula Rasa maakt van een dagdromerig afscheid een nieuw begin, een doorstart zonder eindbestemming. Goed vertrouwen en de twijfel van het wantrouwen. Isolerende eenzaamheid en de behoefte om dit alleen contactloos te aanvaarden. Winnen is elke dag een stukje minder verliezen. In Your Shade bestrijdt de complexe normalisatie van het voorspelbare gezinsleven, waarbij ontrouw gedrag publiekelijk getolereerd wordt.

In de mistige coldwave van Two-Faced zit de pijn al verborgen. Klaar om zich in de opgelegde Dr Jekyll and Mr Hyde maatschappij te openbaren. Het loodzwaar wegende ijzeren masker sluit alle ademende emoties af. Vlak, leeg, zielloos, dood. Cavern maakt het hoofd leeg en ruimt de vergeelde spinnenweb jeugdherinneringen op.

Toch is Tabula Rasa in alles ook een opbeurende plaat. Het stevig rockende Sweet Darkness is de erkenning van de schoonheid van de duistere kanten van een mens. De verslavende behoefte naar die voedende onvrede beantwoordt door de diepe echoënde drumslagen welke als een doorgedraaide levensklok de tijdsdruk opschroeft. Matterhorn is een venijnig liefdesliedje volgens de basis punkrock principes, dus het zwarte humor rouwrandje blijft gelukkig intact.

Tabula Rasa, de reine kinderlijke leegte van het niets. Gehersenspoeld door geamputeerde geloofsovertuigingen, opgedrongen zelfredzaamheidprogramma’s, amicale bezigheidstherapieën en andere psychologische spelletjes. Tabula Rasa is een ouderwetse donkere postpunkplaat, met een duidelijke twist naar het heden. De in slaapmodus uitgeschakelde vleermuizen zullen weer ontwaken en heersen. Een nieuwe nacht met uitgespeelde gokkansen. Een beschimmelde nieuwe maan schittert aan de benevelde horizon, omgeven door bevlekte lichtpuntjes.

A Slice Of Life - Tabula Rasa | Rock | Written in Music - writteninmusic.com

a-ha - Hunting High and Low (1985)

4,0
Natuurlijk werd ik net als iedereen vooral gegrepen door de videoclip van Take On Me bij Countdown.
Toch wel iets waar de volgende dag wel over gepraat werd.
Die clip was wel erg belangrijk, want het nummer was al twee keer eerder geflopt.
Maar als ik heel eerlijk ben, kocht ik de single ook, omdat die video veel indruk op mij maakte.
Als we het over kwaliteit hebben, dan vind ik de andere singles van Hunting High And Low een stuk sterker.
Take On Me is echt zo’n Boyband gevalletje, gericht op de vrouwelijke fans.
Morten Harket zag er ook niet verkeerd uit, en was wel degelijk een tieneridool.
The Sun Always Shines on T.V. liet al een meer serieuzere kant zien, en ik was dan ook erg verrast toen ik deze voor de eerste keer hoorde.
Gewoon een goed liedje, welke het niet perse moest hebben van een mooie clip.
Al bleven de clips natuurlijk wel goed.
Hunting High And Low vond ik prachtig, overtrof met zijn klasse duidelijk die andere singles.
Train of Thought was ook prima, niet zo goed als The Sun Always Shines on T.V. en Hunting High And Low, maar zeker beter dan Take On Me.
Eigenlijk beviel heel het album mij wel, Love is Reason kende ik al als b-kant van Take On Me, en ook dit nummer richtte zich op de vrouwelijke fans.
The Blue Sky is wat aan de korte kant, maar zeker ook hitgevoelig.
Living a Boy's Adventure Tale zit wat tussen Pet Shop Boys en Simple Minds in.
And You Tell Me doet mij wat aan Yazoo denken, heeft wat weg van Only You.
I Dream Myself Alive is het minste nummer van het album, maar elk album moet nou eenmaal een minste nummer hebben.
Afsluiter Here I Stand and Face the Rain is weer een van de sterkere nummers van het album, maar weer niet geschikt om als single uitgebracht te worden, wat dan ook niet gebeurd is.
Die hoge uithalen hoeven van mij niet zo nodig.

a-ha wist zich net als Alphaville redelijk staande te houden als populair synthwave band tussen de voornamelijk Britse bandjes.
Ik schat de kans groot in, dat ze zelfs succesvoller zouden zijn geweest, als ze daar ook hun oorsprong hadden.
Opvolger Scoundrel Days vind ik vergelijkbaar met het debuut, ook hier sterke nummers zoals Cry Wolf, Manhattan Skyline en vooral I've Been Losing You.
Hierna konden ze mij een stuk minder boeien.

A.A. Williams - As the Moon Rests (2022)

4,0
De Songs from Isolation coverplaat was een leuk tussendoortje, maar eigenlijk verlang je toch echt vooral naar de opvolger van het voortreffelijke Forever Blue debuut. Liedjesvertelster A.A. Williams trekt je vanuit haar folky singer-songwriter achtergrond steeds verder de diepe opslokkende duisternis in. Prachtig hoe die metamorfosewisseling steeds meer vorm krijgt en haar werkelijke gedaante in het bloedstollende Melt bloot geeft. Het karakteriserende evenwicht tussen melodieuze schoonheid en donkere death grunt verschrikkingen raakt op As the Moon Rests enigszins uit balans. Een gitzwarte gothic sprookjesplaat is het gevolg, waarmee ze nogmaals haar rol op het Bella Union label veilig stelt.

Op de eerder verschenen Arco EP bewerkt ze een viertal tracks tot sfeervolle filmische strijker composities. Live staat A.A. Williams veelal bewapend met gitaar op het podium, maar de hoogwaardige klassiek geschoolde muzikant heeft tevens als celliste de nodige speeluren op haar naam staan. Ze heeft het allemaal zelf in de hand, de complexe songarrangementen, de slepende vocalen en de definitieve uitvoering. Op As the Moon Rests neemt Geoff Holroyde achter het drumstel plaats en speelt manlief Thomas Williams de baspartijen in. Dat laatste is toch wel bijzonder te noemen, As the Moon Rests is thematisch gezien namelijk vooral een echtscheidingsplaat. Het down to earth Hollow Heart geeft het al aan, het hart als een afstervend rottend donker orgaan, leeggezogen door liefdesverdriet.

De eenzame treurviolen hergroeperen zich tot een georkestreerd leger, en wachten het geschikte moment op om zich dreigend vanuit de uithoek van de hel te presenteren. Doordat er veel meer aandacht aan die rouwrand omlijsting besteedt wordt, voelt As the Moon Rests als een echte gothic rockplaat aan. Zwaar met laag gestemde diepe bassen, theatraal pianowerk en doorzagende gitaarpatronen. Natuurlijk spelen de contractuele tourverplichtingen met het legendarische Sisters Of Mercy een grote rol bij deze in beweging zijnde ontwikkelingen, en als de hoofdband niet meer aan de verwachte verwachtingen voldoet, pakt A.A. Williams rijkelijk de kans om het in doodgravers kleding gehulde publiek tevreden te stellen. Een nieuwe doelgroep, een andere uitdaging.

De As the Moon Rests tragiek is een sterk staaltje vintage gothic metal, waarmee ze liefhebbers van het oudere Within Temptation, Paradise Lost, Evanescence en The Gathering werk zeker tevreden mee stelt. Verbaal kan A.A. Williams het allemaal gemakkelijk aan. Toch kiest ze schijnbaar bewust niet te vaak voor die hemelhoge uithalen, maar blijft ze veilig in die grimmige mineurstemming laagte hangen. Dat de zangeres deze kwaliteit wel degelijk bezit, bewijst ze in het slepende verregende Murmurs wel.

As the Moon Rests is onheilspellend, progrock grenzen doorbrekend, randje industrial noise, maar dan niet destructief genoeg om de gecontroleerd verhalende A.A. Williams te temmen of te breken. Sporadisch doorbreekt het ontwakende zonlicht toetsenwerk de allesverstikkende duisternis. Soms werken de langdradige epische songs niet geheel in het voordeel, en raak je de connectie kwijt. Het is wachten op die climaxmatige uitbarsting, die uiteindelijk wel weer komt. Absoluut prachtig allemaal, maar die overkill hoeft in het vervolg niet meer.

A.A. Williams - As the Moon Rests | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

A.A. Williams - Songs from Isolation (2021)

3,5
Om al gelijk je tweede studioplaat vol te proppen met alleen maar covers, getuigd over het algemeen wel van een gebrek aan inspiratie. Zonde, zeker als je een klassieke geschoolde achtergrond hebt, en de vaardigheden om de cello en piano in liefde te koesteren, maar ook gemeen te mishandelen tot in perfectie beheerst. Forever Blue is een openbarend zwaarmoedige debuut, inclusief gothic metal uitstapjes, waarbij de Londense veelbelovende singer-songwriter A.A. Williams die kwaliteiten volledig weet uit te spelen in meeslepende harde zwarte koffie tracks, zonder de zoetigheid, het liefst zo puur mogelijk. Die overrompelende diepgang welke ze vanaf het meesterlijke All I Asked For (Was to End It All) de kamertemperatuur een aantal graden laat oplopen ontbreekt bij het aan huis gekluisterde tussenstuk Songs from Isolation.

Die duistere dreiging zit voornamelijk verborgen in de waanzinnige artiestenkeuzes die er gemaakt worden. Hiermee benadrukt ze op voortreffelijke wijze wie haar grote inspirators zijn. Het ligt allemaal sterk in het verlengde van Strange Little Girls van Tori Amos. Typerende mannennummers die vanuit de positie van de vrouw toegelicht worden. Soms breekbaar en zacht, dan weer gemeen en bijtend. De nadruk wordt bij beide zangeressen gelegd op het overtuigende pianospel. Tracks als Creep en Nights In White Satin blijven erg dicht staande bij het origineel en zijn uiteraard prachtig, maar overduidelijk vervangbaar. Into My Arms is wel een erg veilige Nick Cave keuze, zeker voor iemand die zoveel aardedonkere nummers heeft uitgebracht. Aan het aanbod ligt het zeker niet.

Lovesong wil tekstueel volledig overtuigen en geeft een andere kijk op de track, waarbij de zelfverzekerde minnares vol geduld afwacht tot haar trouwe partner weer bij haar terugkeert. Al is het toch die hartverscheurende klaagzang van Robert Smith die zo voortreffelijk goed uitkomt op Disintegration; het conceptalbum van The Cure waarbij de sterfelijkheid van de ouderdom centraal staat. Buiten deze context blijft er daadwerkelijk een liefdesliedje over, waarbij het heimelijke verlangen centraal staat. De sobere uitwerking werkt bij Where Is My Mind? ook niet echt in het voordeel, het kippenveleffect van Pixies is geëlimineerd nu de spookachtige huilzang van Kim Deal ontbreekt, en waarvoor niet iets gelijkwaardigs in de plaats is gekomen.

De maniakale roadtrack Be Quiet and Drive (Far Away) is emotioneel net zo sterk als de schreeuwerige getergde uitvoering van Deftones. Slepend en gepijnigd ontvlucht ze de waanzin van de dag waarbij levendige dagdromen vervagen in uitputtende nachtmerries. Die kracht herhaalt zich in het deprimerende No Future achtige Every Day Is Exactly the Same van Nine Inch Nails. In de handen van A.A. Williams komen de suïcidale gedachtes nog sterker op de voorgrond. Het langdradige psychedelische Porcelina of the Vast Oceans van Smashing Pumpkins is teruggebracht tot een compacte krachtige kernsong, waarbij elke gelijkenis met het origineel verdwenen is.

Geen slecht eindresultaat, maar toch valt er zoveel meer winst te behalen. Bijna alle gekozen muzikanten hebben genoeg heavy midden aarde materiaal wat de krochten van de ziel opzoekt en beter aansluit bij die meesterlijke eerste plaat van A.A. Williams. Hopelijk vervolgt ze hierna die ingeslagen weg.

A.A. Williams - Songs from Isolation | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

Aaron Frazer - Introducing... (2021)

4,0
Ergens in de prille jeugd van koorknaap Durand Jones moet het moment geweest zijn dat hij die gospelbasis weet om te zetten tot zijn liefde voor de soul. Gegrepen door de funky sound die begin jaren zeventig het discotijdperk aankondigt, laat hij zich meevoeren door de muzikale helden die hun emotionele lading aan bloed, zweet en tranen over het publiek uitstorten. Heerlijke vinylplaten die ontdaan worden van alle nicotine aanslag en andere vettige substanties en de nodige draaibeurten toegedeeld krijgen.

Die soulkoorts weet hij over te brengen bij gitarist Blake Rhein, organist Justin Hubler, bassist Kyle Houpt en drummer Aaron Frazer, die met zijn hoge Prince achtige vocale kunsten de sensualiteit toevoegt aan het stukken stoerdere stemgeluid van Durand Jones. De geboorte van Durand Jones & The Indications is al snel een feit, en met hun gelijknamige debuut weten ze in 2018 direct de publieke aandacht te trekken. Al een jaar later verschijnt het gelijkwaardige American Love Call die de status als veelbelovende nieuwe soulband alleen maar versterkt.

Helaas vervult Aaron Frazer hierbij nog steeds een schaduwrol, terwijl hij vocaal wel het vermogen bezit om zelf een album te dragen. Deze overtuiging heeft de van The Black Keys bekende gitarist Dan Auerbach ook, en met zijn ervaringen als veelzijdige producer durft hij het aan om Aaron Frazer onder zijn hoede te nemen. Het resulteert in de voortreffelijke slaapkamersoul van Introducing…, een hernieuwde kennismaking met deze veelzijdige artiest, waarbij een veelvoud aan muzikanten wordt ingezet om die warme falsetuithalen een zwoele retro begeleiding mee te geven.

Dan Auerbach schakelt zijn The Arcs maatje Nick Movshon in, de bassist die bekendheid krijgt vanwege zijn begeleidende spel bij Amy Winehouse. Ook pianist Mike Royas, die hij als producer ook aanwendt bij zijn samenwerking met Marcus King, CeeLo Green en John Anderson is van de partij. Een bijzondere naam tussen de overige muzikanten is die van pianist Bobby Wood, een grootheid uit de The Memphis Boys stal, de in de jaren zestig actieve thuisband van de American Sound Studio.

You Don’t Wanna Be My Baby zou niet misstaan hebben op de Saturday Night Fever soundtrack uit 1977. Een gelikte verleidingssong waarbij de zanger alles uit de kast haalt om die onbereikbare discovamp te veroveren. Zijn stem heeft een betoverende werking op het vrouwelijke publiek, omdat ze zich juist eenvoudig identificeren met dat meisjesachtige bereik. Het heeft iets fout, zoets en smerigs in zich, de ideale schoonzoon die zich net zo gemakkelijk in een loverboy rol kan verplaatsen. Een groot compliment voor Aaron Frazer, die inhoudelijk zoveel meer is als een backing vocals verzorgende ritmische slagwerker.

De klassieke identieke retrosound wordt afgewisseld door krachtige big city funk, waarbij de beats en ritmes doordrenkt zijn met hiphop flows, wat een aards karakter aan de songs meegeeft. Het jaren zeventig gevoel wordt vergroot door Gil Scott, die met zijn gefluit een prominente rol in Bad News vervult. Dan Auerbach beperkt zijn rol niet tot het mengpaneel, vanaf Can’t Leave It Alone laat hij zijn gitaar subtiel vuil rocken, waardoor daar toch nog die duidelijke link met The Black Keys ontstaat.

Er wordt in Ride With Me nog wat geflirt met de Motown en Philadelphia sound, maar verder blijven de echte uitspattingen beperkt tot het zompige, licht psychedelische Love Is, waarbij de stemming net wat duisterder aanvoelt, het door spookachtige orgelpartijen en gepassioneerde ritmes opgejaagde Over You en de jazzy tearjerker Leanin’ on Your Everlasting Love. Is het daardoor een veilige plaat geworden? Zeker niet, het geoliede vakmanschap zorgt ervoor dat alle oneffenheden zorgvuldig weggepoetst worden, en er waanzinnige eervolle seventies soul tribute overblijft.

Aaron Frazer - Introducing... | Soul | Written in Music - writteninmusic.com

ABBA - Super Trouper (1980)

4,0
Nog voor de laatste keer een vakantie samen door brengen.
Krampachtige poging om een relatie te redden.
Terugblik op de laatste zomer samen.
Vanwege de koude buitenlucht verplicht op elkaar aan gewezen.
Openhaard aan, dikke kniekousen en foute pantoffels.
Samen op een uitgeleefd te hard bankstel.
De romantiek van de winter.
Kerst en oud op nieuw voor de deur.
Hopend op een wit besneeuwde weide.
Terwijl het allemaal kunstmatig is.
Warmte van een elektrische deken.
Typische beeldvorming van eind jaren zeventig.

Ook het huwelijk van de leden van ABBA hield niet stand.
Net zo min tijdloos als de leefkuil en bruine plavuizen.
Super Trouper is het verslag van een tournee.
Eten, drinken, optreden en slapen.
Geen mogelijkheid om een privé op te bouwen.
Vandaag niet weten waar je morgen wakker wordt.
Plotseling beseffen dat de jaarwisseling al heeft plaatsgevonden.
Vluchtig elkaar geluk toewensen.
Gedachtes gericht op de toekomst.
Egocentrische denkbeelden.
Kiezen voor een ander bestaan.
Problemen uit de weg gaan.
Alleen verliezers, geen winnaars.

Ondertussen weer het podium op.
Lachend voor de camera.
Roddelblaadjes moeten toch gevuld worden.
ABBA in de meest succesvolle periode van hun leven.
Niemand die zich verdiept in de teksten.
Verdiept in de ware ellende.
Aansteker uit de zakken.
Lichtjes vervullen de zaal.
Luidkeels maar gevoelloos elk lied meezingen.
Ze moeten daar een beetje dood gaan.
Ondanks de aankondigen werd er geen gehoor gegeven.
Popsterren horen nu eenmaal te stralen.
Dag in, dag uit.

Dan maar gewoon door gaan.
Blijkbaar komt de boodschap niet over.
We hebben er geen zin meer in.
Laat ons met rust.
Roem heeft zijn tol geëist.
Financieel veel rijker.
Emotioneel levend aan de rand van armoede.

ABBA - The Album (1977)

4,0
Benny en Björn worden vaak gezien als de creatieve motor van ABBA.
Natuurlijk zitten de melodieën sterk in elkaar.
Soort van popmuziek vermengt met een musical georiënteerde aanpak.
Verder weten ze elementen van de heersende stromingen er in te verwerken.
Zonder dat het een te cliché achtig geheel wordt.
The Album onderscheid zich wel van de rest van hun werk.
Wat ze hiervoor deden werd gedragen door een aantal nummers.
Maar van een stabiel geheel was nog geen sprake.
Echt niet alles uit de ABBA koker klinkt perfect.
Ook zij hebben moeten groeien.
Bij de albums hierna drukten de mannen nog meer hun stempel in de composities.
Het lijkt allemaal zo eenvoudig, maar het zit geniaal in elkaar.
Een stuk beter dan op The Album.

Toch is dit voor mij naar Souper Trouper de beste ABBA plaat.
De draagkracht ligt hier vooral bij de zangeressen Agnetha en Anni-Frid.
Zij zijn het die de nummers die extra impuls geven.
Voor mijn gevoel wordt er nog niet zoveel geëxperimenteerd met koortjes en laagjes.
Het totaal vormt een puur geheel.
Al zal ik zeker niet alles kunnen ontleden.
Daar leent de muziek zich voor mij niet voor.
Ben dan ook geen geleerde popprofessor.
Er zit een soort van onbevangenheid in de vrouwenzang.
Nog geen problemen in de relaties.
Men straalt het uit dat er plezier aan beleefd wordt.
Met I´m A Marionette als enige uitzondering.
Hierbij hoor je wel het uitgebalanceerde leven in terug.
Het altijd in het nieuws staan.
De positie die het winnen van het Eurovisie Songfestival hun gegeven heeft.
Iets wat als een warme, wollen, verstikkende deken hun zal blijven achtervolgen.

ABBA - Voyage (2021)

Laat ik een eerlijk oordeel geven over de plaat.
Het voelt als de remake van The Lion King.
Die tekenfilm was geweldig, maar ondanks de technische snufjes ontbrak bij mij het Wow! gevoel, terwijl mensen achter mij in de bioscoop wel in tranen waren.

Abstract Concrete - Abstract Concrete (2023)

4,5
Het avant-garde gezelschap This Heat rommelt vanaf 1976 al een tijdje met hun amper te etiketteren experimentele noise aan als men een jaar later alle ogen op de punk explosie richt. Doordat het gelijknamige debuut pas in 1979 verschijnt worden ze onterecht bij de postpunk scene ondergebracht. This Heat is vooruitstrevend uniek, en als je ze dan toch ergens mee wil vergelijken dat zou eerder een naam als het gelijktijdige ontstaande Wire gepast zijn. Drummer Charles Hayward is daarvoor al bij de progressieve jazz fusion band Quiet Sun actief welke een stille dood sterft als Phil Manzanera de overstap naar Roxy Music maakt. De ondertussen 72 jarige Charles Hayward blijft zijn ideologie trouw en zet zijn zinnen tegenwoordig op Abstract Concrete.

Abstract Concrete heeft zijn oorsprong als Charles Hayward de Franse violiste Agathe Max bij het modern inspirerende multimedia Supersonic Festival in Birmingham ontmoet en het tweetal plannen maakt om hun krachten te bundelen. Abstract Concrete bestaat verder uit de Italiaanse gitarist Roberto Sassi, de vooral in de Londense underground actieve klarinetspeler, welke hier voornamelijk het toetsenwerk verricht en de net zo excentrieke Otto Willberg die op gedurfde wijze zijn contrabas mishandeld. De chemie van dit onwaarschijnlijke virtuoze rariteitenkabinet levert een afzonderlijk geluid op, welke zich nergens onder laat plaatsen. Abstract Concrete is zoals de titel al aangeeft een zichtbaar spiegelend muzikaal raamwerk welke je verder volgens eigen inzicht mag visualiseren.

Almost Touch wordt op een bedje van futuristische krautrock klanken gepresenteerd. Een basis waar vanuit ook een veelvoud aan postpunk bands eind jaren zeventig opereren, en waarmee Charles Hayward zijn veelzijdige This Heat verleden nogmaals onderstreept. Het is echter de combinatie tussen de treurviool van Agathe Max en de harde verouderde stem van Charles Hayward die deze grimmige sfeer verder aandikt. Het is de afbraak van de kern totdat er een leegheid overblijft die het vijftal steen voor steen verder opbouwt totdat er een onbreekbare monumentale wall of sound overblijft. Almost Touch flirt met ritmische freejazz uitspattingen, complexe progrock verhaallijnen en een gedragen spoken word invulling. Door dat laatste camoufleert Charles Hayward zijn beperkte zangtechnieken, maar bij Abstract Concrete werkt dit prima.

Het vrij toegankelijke This Echo songtitel verwijst uiteraard naar de This Heat periode is niet alleen muzikaal een herhaling aan zetten. Het geeft de structurele disbalans van de overspannen overwerkte aarde aan, een angstklimaat welke ook in de jaren tachtig heerst. De Sad Bogbrush bossanova kermislounge rekent met het Europese fascistische verleden af. Een grijze Big Brother is watching You track welke het weggestopte verleden frontaal in het heden plaatst. We staan aan de vooravond van de al eerder vastgelegde geschiedenislessen, een naargeestige déjà vu beleving welke onomkeerbaar is en de dagelijkse feiten slechts versterkt. De vervreemding zit hem in het explosieve schreeuwerige staartje die alle rust in een keer wegmaait. Het tegenstrijdig seventies getinte Ventriloquist/Dummy schraapt alles bijeen, metropool freejazz, betoverende stuwende progrock, heidense landelijke folk en nachtclub disco. Charles Hayward gaat in de verbaal manische gekte helemaal los waarna Agathe Max de onmogelijke opdracht vervuld om het in evenwicht te herstructureren. Opgesloten in het systeem, als een in touwen verstrengelde marionet.

Het is slechts allemaal voorwerk welke tot het epische een kwartier durende apocalyptische The Day The Earth Stood Still toewerkt. De schoonheid van het verval, de brokstukken van een hergroeperende samenleving. Een samenspel van hypnotiserende dwarrelende velddrones harmonieën en de tot de hemel reikende uithalen van Charles Hayward die hier verbaal zijn eigen kunnen overstijgt. Een rockopera song volgens de door hem uitgezette georkestreerde principes. Waarin de psychedelische magie van Abstract Concrete magistrale onbereikbare hoogtes betreedt, de huiveringwekkende emoties in het beangstigende gewichtloze universum de vrije loop laat om vervolgens weer een zachte landing te maken. Een sterk staaltje aan ongeëvenaarde freakende waanzin met aan The End van The Doors memorerende orgeluithalen en neerkletterende onweerspercussie. Is het daarna klaar? Nee de toegankelijke Tomorrow’s World filmische retro disco soulfunk brengt licht in de duisternis. Abstract Concrete bezit blijkbaar toch nog iets aards menselijks.

Abstract Concrete - Abstract Concrete | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

AC/DC - Let There Be Rock (1977)

4,0
Australië, het vergeten continent.
Groot Brittannië in het kwadraat.
Ontdekt door Engelse ontdekkingsreizigers.
Vaak met schooiers en kanslozen aan boord.
Gevlucht of als goedkope werkkrachten.
De onderzijde van de maatschappij.

Het ruwe zeeliedenvolk is ook hoorbaar in het geluid.
AC/DC voor de dronken vechtersbazen.
Hangend in de kroeg.
De boodschap is simpel.
Harde rockmuziek over het scoren van vrouwen.

Go Down lijkt over een seksuele handeling te gaan.
Al kan het natuurlijk ook gezien worden als promotiestunt.
Australië wordt Down Under genoemd.
Go Down.
Welkom vreemdeling in het land van Crocodile Dundee.
AC/DC introduceert je.
Neem genoeg geld mee.
Want ze zuipen je er uit.
Helaas werd drank ook de ondergang van Bon Scott.

Dog Eat Dog.
Overleven is van je af bijten.
Met alleen een grote bek kom je er niet.
Harde wereld.
Hell Ain’t A Bad Place.

Problem Child.
Het gevoel een buitenstaander te zijn.
Wetend dat je roots eigenlijk hier niet liggen.
Tweedehands bewoner.
Een vreemde in een vreemd land.
Het moeilijk kunnen aanpassen.
Problemen die ontstaan door cultuurverschillen bestaan al lang.
Niet alleen van de laatste jaren.

Let There Be Rock.
Weg met de zoetsappige folk uit de jaren zestig.
In 1955 werden ze wakker geschud door Roll Over Beethoven van Chuck Berry.
Dit willen we ook.
Het ontstaan van AC/DC was al een feit.
Zo het geschiedde.
Bad Boy Boogie als logisch vervolg.

Overdose is niet het drankmisbruik van de zanger.
Maar liefde voor de hoer met de dikke tieten.
Whole Lotta Rosie.
Overdose, het voorspel.
Whole Lotta Rosie, de daad.
Het hoogtepunt.

Adeem the Artist - Anniversary (2024)

3,5
De albums van Adeem the Artist komen volgens het do it yourself principe tot stand. Door middel van crowdfunding financiert hij in 2021 zijn zevende studioalbum Cast-Iron Pansexual en opvolger White Trash Revelry. Een non-profit methode, welke tevens door tal van medewerkende muzikanten ondersteund wordt. Anniversary is kleiner, intiemer, persoonlijker. Dat het Adeem the Artist lukt om jeugdheld en glamrocker Butch Walker als producer in te palmen, spreekt misschien nog wel het meeste tot de verbeelding. Waar een gezamenlijk kopje koffie drinken eenvoudig toe kan leiden.

Nu een artiest als Orville Peck zich vooral op de homoseksuele luisteraar richt, haakt de uit Knoxville, Tennessee afkomstige purist Adeem the Artist daar passend op in. Als voorvechter van de panseksualiteit strijdt hij voor gelijke rechten, waarbij geaardheid en voorkeuren geen rol, of juist wel genoodzaakt een rol spelen. En dan plaatst je jezelf al snel helaas in het non-binair hokje. Blijkbaar is het steeds lastiger om juist jezelf te zijn, en is acceptatie een lange te vervolgen weg.

De liefde, daar draait het ook bij Adeem the Artist om. De liefde voor zijn vrouw Hannah Bingham, de liefde voor zijn roots en vooral de liefde voor zijn medemens, waar kleur, overtuiging en de eerder aangehaalde geaardheid bijzaak is, maar wel een bijzaak die je moet blijven benoemen omdat niet iedereen daar hetzelfde over denkt. Adeem the Artist maakt country toegankelijk door vooral in poprockliedjes te denken en hoopt hier een groter publiek mee te bereiken. Niet zozeer voor zichzelf, eerder vanwege de boodschap achter de songs.

Anniversary staat verder vooral voor het geluk, de gebondenheid met zijn liefje en de tienjarige mijlpaal van hun huwelijk. Het is dus een eerbetoon voor de liefde, welke Adeem the Artist dicht bij zichzelf houdt. Soms zeer klein intiem, zoals bij het met gedempte blazers gesteunde Carry You Down dan weer grootst in het vreugdevolle uitbundige Socialite Blues dixieland uitspattingen.

Met mysterieus geroffel kondigt het duistere spokende There We Are zich aan. Schemerdemonen maken zich van de gitaar meester, trekken de akkoorden de poel des verderf binnen en geven een sinistere twist aan dit kansloze liefdesliedje. Liefde is tevens toegeven dat relaties soms gedoemd zijn om te mislukken. Juist door deze misstappen pak je het in het vervolg anders aan en haal je uiteindelijk toch je doel. Het zijn dus niet allemaal simpele liefdesliedjes.

Nancy handelt over iemand met een egocentrisch borderline complex die zich door het verdriet van een ander naar een seksueel hoogtepunt toewerkt. Het genot van die pijn zorgt voor een bizarre wending in de verhaallijn. Op papier overheerst de gekte, in de praktijk uit het zich in een benaderbaar klinkend pop eindresultaat. Is het de dwaasheid van de wereld of moeten we het sadomasochistische genot gewoon accepteren en er niet te moeilijk over doen? Het Katie Pruitt One Night Stand duet is de hunkering om van een eenmalig experiment een vervolg te maken, een vervolg dat voldoening geeft door de kleine dagelijkse dingen samen te delen.

De Part & Parcel mijmering is de keerzijde van de roem. Snel scoren door nummers aan een televisieprogramma te verkopen. Maar geeft het voldoening? Het is jouw levensverhaal welke je onder een serie terug hoort. Jouw ellende waarmee hoofdpersonages zich introduceren. Jouw voorgeschiedenis in een vreemd geplaatste context. Het is een overeenkomst met de duivel, die je in dollars beloont, en je voornamelijk leegte en ongemak schenkt.

In Wounded Astronaut beseft Adeem the Artist dat hij zelf de bezem uit de kast moet halen om zijn puinhoop op te ruimen. Uiteindelijk draag je zelf die verantwoordelijkheid over de respectloze ontdekkingsreizen in de puberteit. Het is geen excuus, het is een bewustwording. Het is allemaal dus zeer persoonlijk, en net op het moment dat hij zijn grip op de doelgroep; de lagere arbeidsklasse dreigt kwijt te raken, herpakt Adeem the Artist zich in het stevig rockende Plot of Land. Het kansloze uitschot voelt zich gesteund, en dit is de uitgesproken boodschap die ze van de countryzanger willen horen. Onrecht heerst, senators spelen elkaar boven de hoofden van het volk uit.

De Nightmare countryrocker richt zich tegens het geloofsfanatisme van toegewijde christenen die de onschuld van kinderen misbruiken. Deze hedendaagse kruistocht in spijkerbroek verovert geen nieuwe zielen, het beschadigt hen en zaait voornamelijk angst. Rotations mijmeringen pakken het juist anders aan, daar koppelt men op een positieve manier het eigen verleden herkenbaar aan het nageslacht. Een terugblik om samen de toekomst te beleven.

Nadat zijn eigen worstelingen overwonnen zijn blijven er in de afronding twee nummers over, die passend aan het einde staan. In Night Sweats spreekt hij zich tegen het Midden Oosten conflict uit, dat vooral aan alle kanten jeugdige slachtoffers opeist. White Mule, Black Man blijft dichter bij huis. Daar in het Zuiden heerst nog steeds een rechts regime van racisme en vreemdelingenhaat. In de afgelopen honderd jaar is er weinig in Knoxville veranderd, nog steeds komt het blanke volk ongestraft weg als er een moord gepleegd wordt, nog steeds is dit vraagstuk een heet issue dat ze het liefste in de doofpot stoppen.

Adeem the Artist is trots op zijn roots, maar kijkt met afschuw naar deze stagnerende ontwikkeling. Op Anniversary trekt hij traditionele en hedendaagse country wederom knap naar elkaar toe en zijn, zijn teksten al net zo prikkelend. Interessant album.
Adeem the Artist - Anniversary | Roots | Written in Music - writteninmusic.com

Adele - 25 (2015)

3,5
Hoorde je bij het vorige album van Adele duidelijk de invloeden van Duffy en Amy Winehouse terug, nu heeft Adele ook duidelijk geluisterd naar de zangeressen die in de tussen liggende periode wisten te scoren.
Hello heeft bijna hetzelfde begin als Videogames van Lana Del Rey, en de rest van het nummer heeft een beat die weer terug te horen is in Del Reys Born to Die.
Send My Love (To Your New Lover) klinkt als een Lorde lied, wat meer up-tempo, maar wel erg mooi.
Natuurlijk hoor je het typische, bijna hese, verrookte stemgeluid van Adele duidelijk terug, kan ook niet anders.
De Soul invloeden zijn wat meer op de achtergrond, maar dat ze het absoluut wel kan bewijst ze in het Dusty Springfield achtige Million Years Ago.

Adrian Crowley - The Watchful Eye of the Stars (2021)

4,5
De uit Dublin afkomstige Adrian Crowley is de laatste jaren erg spaarzaam met het uitbrengen van nieuw materiaal. De vorige plaat Dark Eyed Messenger dateert alweer uit 2017 en is een wat behoudende opvolger van zijn meesterwerken I See Three Birds Flying en Some Blue Morning. Adrian Crowley brengt het beste van de grote singer-songwriters samen in zijn prachtige verstilde songs.

Ierland ademt muziek uit, en het residu van de traditionele pub songs als Bread and Wine heeft zich zo in de poriën en het grondwater vermengt dat het onmogelijk is om de muziekbeleving en het dagelijkse bestaan los van elkaar te koppelen. Dit vormt ook de basis van de hechte familieband en is te herleiden tot Crow Song; het sleutelnummer van The Watchful Eye of the Stars, welke geheimen Adrian Crowley tekstueel al eerder vrij geeft. Hij opent zijn persoonlijke dagboek en neemt de luisteraar mee naar de vroegere jeugdherinneringen die hij deelt met zijn broer.

Crow Song is het verhaal van een pijnlijk verwonde kraai, wiens vleugel gebroken is. Het wezentje wordt na een verontrustende stormachtige nacht zwaar getroffen gered van de dreigende ondergang. Ondanks de liefdevolle verzorging, het zichtbare opknappen en het gedeelde geluksmoment van vrij laten wordt de vogel later toch nog dood onder een hek terug gevonden.

De nostalgische vertelling laat ons stil staan bij de onvoorwaardelijke broederliefde om samen iets moois op te bouwen. Maar we gaan ook terug naar die vroege jaren tachtig, de periode dat de vijftiger zijn jeugdjaren beleefde. Crow Song is een melancholische opbouwende track met een trieste ondertoon, een avondvertelling welke de songs op The Watchful Eye of the Stars centraliseert. Als een groot verhalenverteller neemt Adrian Crowly de positie in van een begeleidende gids die je door de duisternis heen leidt.

Wat zou dit een prachtige albumopener zijn geweest, maar Adrian Crowly begint bescheiden met het net zo mooie Northbound Stowaway. Een nachtelijke boottrip waarbij de zwartgrijze schaduw van de poëet observeert, consumeert en reproduceert. Het krachtige samenspel tussen de mysterieuze Crash Ensemble strijkers, het ritme van de dirigerende golven en de voorgedragen gesproken woorden, waarna de troostende echo van Nadine Khouri op de achtergrond hem bij staat. Deze zangeres is geen vreemde voor de Ierse zanger, tijdens de Dark Eyed Messenger tournee in 2018 mocht ze al voor hem openen. De andere gastrol in het woest voort wiegende startpunt is weggelegd voor de uit Wales afkomstige singer-songwriter Katell Keineg.

Het is John Parish die deze duistere zelfkant zo treffend vorm geeft in zijn productie en die schemerige zijde zo beeldend naar de oppervlakte toe trekt. Het sluit zich als een verharde tweede huid om de kwetsbare ziel van de voortreffelijke vocalist heen die zijn zware verbitterende zang afwisselt met hemelse hoge uithalen. John Parish koppelt de David Lynch achtige mystiek aan licht vibrerende eighties dreampop romantiek. Een puurheid die om gewaagde ritmische begeleiding vraagt en waarbij juist de minder gangbare instrumenten als de harp, piano, hobo, viool en cello de zachtheid en hardheid van het bestaan vertegenwoordigen, en prominenter aanwezig zijn als de ronddobberende gitaar.

The Watchful Eye of the Stars bestaat uit hedendaagse nocturnes. Een nachtelijk vaarwel voor weer een afgesloten dag welke nooit meer in die hoedanigheid terug zal keren en het verlangen om dat heimelijke gevoel in de toekomst te herbeleven. Adrian Crowley kent de draagkracht van zijn vocale vermogen en herplaatst deze sterk in die rijk vervulde sterrenhemel waarachter bij elke glinstering een berustend slaapliedje als A Shut-In’s Lament zich verschuilt.

Adrian Crowley - The Watchful Eye of the Stars | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

Adrianne Lenker - Bright Future (2024)

4,5
Adrianne Lenker verrast vriend en vijand met het kluizenaars Songs & Instrumentals tweeluik, waaraan ze tijdelijk geïsoleerd in een berghut in de natuurlijke omgeving van Massachussetts werkt. Genoodzaakt, dat wel, de pandemie biedt haar niet de mogelijkheid om vrienden op te zoeken, haar inspiratie te delen en daar vanuit verder aan de kristal breekbare songs te werken. Zelf weet ze verrekte goed waar ze toe in staat is: vóór het Big Thief verhaal brengt ze al de twee soloplaten Stages of the Sun en Hours Were the Birds uit en Abysskiss verschijnt tussen de Capacity en U.F.O.F. albums van Big Thief.

De nachtelijke bewustwording van de eenzaamheid levert het volledige bezinnende instrumentale Instrumentals op, waarbij de avondzon een roodbrandende gloed over het geheel legt. Songs gaat dieper op die intense folk ervaring in en geeft die zielsbeleving met uitgesproken woorden kracht. Vervolgens volgt een creatieve periode met Big Thief waarmee ze zich in de bevrijdende sprookjesachtige Dragon New Warm Mountain I Believe in You droomvlucht ruim overtreft. De wereld ademt weer en de band maakt daar gretig gebruik van en levert een vredig in haar onbegrensde eenvoud prachtig eindresultaat af.

De zangeres beseft goed dat ze op de toppen van haar creativiteit functioneert en dat ze genoeg overtuigende zeggingskracht bezit om opnieuw zonder haar Big Thief maatjes de studio in te duiken. Toch voelt het hoopvolle licht therapeutische Bright Future zeker niet als een solo album aan. Ook nu kiest ze ervoor om in een bosrijke omgeving in de geïmproviseerde opnameruimte van Philip Weinrobe aan de plaat te werken, al stelt ze zich als een open minded gastvrouw op, waar iedereen welkom is om aan te sluiten. Mat Davidson van Twain is een oude bekende die zich als veelzijdige muzikant om de piano, gitaar en viool partijen ontfermt. Ook Nick Hakim bezit het vermogen om de arrangementen verder uit te werken en neemt een veelvoud van de backing vocals voor zijn rekening en de klassiek geschoolde Josefin Runsteen laat tevens haar componerende ruimtelijkheid gelden.

Zo voelt het ook wel een beetje, als een amicale jamsessie al laat ze in de nachtelijke fragiele Evol pianotrack de eenzaamheid passeren. Vrienden hebben haar verlaten en in die eenzaamheid werkt ze de tracks uit. Eventjes ervaar je die verlatingsangst, het benauwende dat haar aan het Songs & Instrumentals werkproces memoreert. Het is niet alleen een muzikale ontdekkingstocht, het is tevens een zoektocht naar haar seksuele geaardheid, de invulling van haar verdere leven als jong dertiger en de mogelijk om deze intimiteit te delen, te openbaren. Het mag duidelijk zijn dat Adrianne Lenker hierin heel diep gaat, in stilte graaft om het vervolgens volgens de aan haarzelf opgelegde folk principes in te kleuren. Dat de gasten begrip tonen en zich volledig ondergeschikt aan de zangeres opstellen werkt hierbij zeker in het voordeel. Bright Future verzekert haar toekomst in alle zekerheden, al hangt er een melancholische twijfel over het eindresultaat heen, wat zich vooral in dat kwetsbare opstellen uit.

Toch ligt de oorsprong van Bright Future al voor het Songs & Instrumentals proces, de ideeën worden echter door corona verstoord. Cell Phone Says is de roep naar aandacht in een egocentrische maatschappij, het gehoord willen worden. De piano krijgt het zwaar te verduren in het afsluitende bedroevende Ruined eindspel. Een track welke uit diezelfde periode stamt. De waanzin van het slopende vernietigingsproces, de ondergang die uiteindelijk door de pandemie stilte gered wordt. Het oorspronkelijke uitgangspunt van Bright Future welke onbewust een andere invulling krijgt. Het avondclub jazzy Real House opent kamertjes en sluit deuren. Adrianne Lenker analyseert het leven en documenteert zachte dierbare momenten in spaarzame pianoklanken. Real House verbreedt haar jeugdige speelterrein, haar wereld, haar herinneringen. De magie van de onbezorgde jeugd, waar langzaam nare gebeurtenissen en zwarte bladzijdes binnendringen die een jonge Adrianne Lenker verder vormen. Een normaal ontwikkelingsproces waar ze met gemengde gevoelens op terugblikt.

Het vredelievende Fool bouwt hier letterlijk op voort, een avontuurlijke hang naar gezinsgeluk, veilig in geborgenheid doorgroeien, evalueren, acclimatiseren. No Machine stippelt het pad verder uit. Dat universele karakter biedt tevens die warmte net als Free Treasure waar ze die thuisliefde met het houden van Moeder Aarde vergelijkt. Die stervende planeet houdt zich slechts met liefde staande. Donut Seam benadrukt nogmaals dat diezelfde liefde alles overwint, en de normalisatie van het bestaan in de eenvoud van het samen ervaren bestaansrecht heeft. Met piano en strijkers sluit ze in Evol een overeenkomst met God af om de duivel te verdrijven. De Candleflame tranentrekker, de leegte van het gedoofde vuur waarin de nachtelijke duisternis afdwingt om het geluk te parkeren. Sadness as a Gift, verdriet versterkt je blik. Beschouw de treurviool niet als emotionele beladenheid, maar als een trouwe viervoeter die zachtjes tegen je aankruipt. Grijp de mogelijkheid aan om de pijn te kanaliseren, vragen zonder antwoorden te accepteren. Sadness as a Gift draagt de winterse zwaarte met de lente in het vooruitzicht. Daar moet die hang naar de liefde samenkomen.

Eerst de opruimende Vampire Empire herfst overwinnen, waar dood en verderf heerst. Zonder afronding geen vooruitgang, zonder overgave geen groei. Vampire Empire heeft iets opbeurends, een gemeende positiviteit met huppelende dartelende instrumentatie, dierlijk speels als een puppy. In de Already Lost country houdt de vocalist zichzelf een spiegel voor. Zelfs het groenere gras aan de overkant van de straat wordt op den duur met onkruid overwoekerd, zal zijn kleur verliezen en in de nadagen tot hooi en mos afsterven. Soms ligt de liefde voor het opgrijpen, maar is ons vizier te ver op de horizon gericht. Adrianne Lenker leert om het weer puur intiem te houden. De singer-songwriter overziet haar kansen en blijft bij Bright Future nog steeds dicht bij zichzelf. Een prachtplaat en waardige opvolger van Songs & Instrumentals.

Adrianne Lenker - Bright Future | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

Adrianne Lenker - Instrumentals (2020)

4,0
Totaal onverwachts wordt de wereld opgeschrikt door een onzekere toekomst waarin het maken van afspraken onmogelijk is. Het Corona virus zorgt ervoor dat Big Thief genoodzaakt is om hun volledige geplande tournee te schrappen. Deze vervelende consequentie geeft Adrianne Lenker de mogelijkheid om in alle rust te werken aan haar persoonlijke soundtracks van het nu al in de geschiedenisboeken dik onderstreepte gecatalogeerde jaar 2020.

Zich totaal afsluitend van de buitenwereld leidt de zangeres een Into The Wild achtig leeg kluizenaars bestaan. Ze verruilt Brooklyn voor een tijdelijke toevlucht in de bergen van Massachusetts, waar ze geïsoleerd werkt aan intieme klein gehouden indie folksongs. De filmische omgeving levert tevens in Instrumentals twee prachtige indrukwekkende muzikale landschilderijen op, die je los kan luisteren van Songs, maar die wel degelijk een verbintenis met elkaar hebben.

Op de instrumentale plaat ontaard zich een verborgen diepgang die we nog niet van Adrianne Lenker kennen. Die ze de mogelijkheid geeft om zich in alle stilte te ontplooien tot een songsmit, waarbij de woorden niet zozeer van belang zijn. Vaak wordt de roodgekleurde opkomst en ondergang van de zon gebruikt om dat rustgevende gevoel wat dat uitstraalt voor eeuwig vast te leggen. Een momentopname die indrukwekkende in het oog springende fotocollages oplevert.

Music for Indigo neemt juist de hemelsblauwe lucht als basis. De natuur ontwaakt en laat de gitaar van het boegbeeld van Big Thief vrijwel vanzelfsprekend haar gang gaan. Aarzelend komt het biologische leven weer op gang. Er vormen zich beelden die een gefascineerde Adrianne Lenker laten zien, die vanuit het verscholen hutje de omliggende landstreek in zich opneemt. Een muzikale spotter, genietend van de tijdloze momenten in een tijdloze omgeving. Het beginnen van de dag en tevens de afsluiting daarvan als de indigo kleur overgaat in een donkerblauw gevuld hemelrijk.

Er wordt speelser gestoeid met de aardse elementen die het nachtelijke Mostly Chimes van kleur voorzien. De kristalheldere belletjes staan voor de snel verplaatsende lichtjes van vallende sterren en de felle ogen van angstige wezens die het daglicht niet durven te aanschouwen . Met een hoog kinderlijke slaapliedjes gehalte zijn deze ook eenvoudig te transformeren tot het ontwaken van het nieuwe leven.

Natuurlijk is Songs al van ongekende schoonheid, maar de verrassing zit hem toch wel in die sfeervolle tweede plaat Instrumentals. Eigenlijk is het bijna zonde dat deze zo sterk is, waardoor Songs zichzelf een beetje weggecijferd. Je zou bijna zeggen dat de rest van Big Thief hierbij niet gemist wordt, de klasse dat Adrianne Lenker zich ook prima alleen kan redden.

Adrianne Lenker - Instrumentals | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

Adrianne Lenker - Live at Revolution Hall (2025)

3,5
geplaatst:
Jarenlang doet de Revolution Hall dienst als lesruimte van de Washington High School te Oregon in Portland. Maar als deze school door reorganisatie en fusies in 1981 zijn deuren sluit, wordt dat gebouw niet meer gebruikt. Om de historische panden te behouden verbouwt vastgoedbedrijf Veneral Properties het in 2015 tot een nieuwe bestemming, en krijgt het in gerenoveerde staat de functie van concertzaal. Adrianne Lenker bivakkeert tijdens haar Bright Future tour drie dagen op deze locatie en besluit om die ervaringen in een uitgebreid concertverslag vast te leggen. Het resultaat krijgt de toepasselijke naam Live at Revolution Hall mee.

Verwacht geen gepolijst optreden, dat is niet de opzet van het geheel. Live at Revolution Hall klinkt als een kwalitatieve slecht opgenomen bootleg, eentje die eind vorige eeuw illegaal onder de toonbank verkocht werd. Zo’n gevalletje aan amateuristisch kluswerk met de nodige gebrekkige schoonheidsfoutjes, en waarop het gelach, het gehoest, het langskomende verkeer en het applaus van het publiek niet weg gefilterd wordt. Het heeft zeker zijn charme, al luistert het niet echt gemakkelijk weg. Het wekt echter wel de indruk dat je niet dichter bij de liedjesschrijver kan komen dan op dit punt. Als onderdeel van een gedocumenteerde tourfilm zou Live at Revolution Hall beter tot zijn recht komen.

Zelfs de volgorde van de gespeelde songs is niet relevant. Komt hier Blue Lightning de afsluiter van de laatste Big Thief plaat Dragon New Warm Mountain I Believe in You als eerste voorbij, tijdens het oorspronkelijke optreden zit deze een stuk later in de setlist. Natuurlijk worden de Big Thief nummers niet vergeten. Al ligt de focus dus voornamelijk op haar Bright Future album, de plaat waarmee ze haar eerder opgestarte solocarrière definitief verzilvert. Het balletje gaat aan het rollen tijdens het in pandemie stilte opgenomen Songs And Instrumentals tweeluik. Daarop zoekt ze in de bergen van Massachusetts niet alleen de rust op, maar vindt ze uiteindelijk ook haarzelf. Juist die kleingehouden setting wil ze ook op Live at Revolution Hall overbrengen.

Daar slaagt ze absoluut in, al is het resultaat wel heel rommelig en fragmentarisch. Het geeft een vertekend beeld en met een beetje knippen en plakken blijft er eigenlijk maar een uurtje aan geschikt werkmateriaal over. Het is mij niet helemaal duidelijk welke opdracht geluidstechnicus Andrew Sarlo heeft meegekregen. Beschouw Live at Revolution Hall als een ouderwets fotoalbum, waar sommige vergeelde Polaroid plaatjes vervagen, en waar half mislukte kiekjes ook een plekje naast de wat meer professionele probeerseltjes krijgen. En juist die niet geheel gelukte eindresultaten zijn net zo dierbaar. Ook nu is er sprake van het letterlijk vastleggen van momenten, soms rauw, soms opgepoetst. Live at Revolution Hall verschijnt gelimiteerd op 500 cassettebandjes, wat zijn charme heeft maar wie draait deze tegenwoordig nog?

De sfeer is in ieder geval zeer ontspannen en gemoedelijk. Soms is de weg van de introductie bijna net zo lang als de uitvoering, maar daarna gebeurt er ook daadwerkelijk iets. Het vrij recente Born For Loving You schrijft Adrianne Lenker in 2023 voor Big Thief en belandt dus niet op Bright Future. Met haar schor gezongen stemgeluid schakelt ze hier met gemak naar de Dolly Parton klassieker I Will Always Love You over waar ze weer lief en vrouwelijk van zich laat horen. Och er zitten genoeg fraai uitgevoerde pareltjes tussen. Zo blijft er van de new wave dromerigheid van Big Thiefs Little Things een kaal folk nummer over. Bijzonder wat het elimineren van de opzwepende drums in werking zet. Op papier is het exact dezelfde song, in de praktijk blijkt dat niet het geval.

Ze trakteert ons op het onbekende verstillende Happiness, wat nogmaals haar schrijverskwaliteiten benadrukt. Het fragiele Cut My Hair komt opeens veel volwassener over en het stevig rockende Time Escaping mag je door de live luchtigheid nooit meer serieus nemen. En toch mis je bij dit soort songs het bandgebeuren van de overige Big Thief leden. Van die stabiele basis blijft weinig over. Pianist Nick Hakim en violist Josefin Runsteen zijn dan tevens op Bright Future actief, ze bezitten niet die hechtheid en fundamentele kracht welke van Buck Meek, James Krivchenia en uiteraard Adrianne Lenker wel die drie-eenheid maken. Een gemis wat nogmaals benadrukt hoe goed Big Thief in elkaar steekt. Slechts Orange overtreft door de aanwezigheid van Josefin Runsteen en specifiek haar strijkersaandeel het origineel.

Live at Revolution Hall is een geinig hebbedingetje, vooral leuk voor de echte fans. Die luisteren door de niet altijd zuiver gestemde gitaar heen en kunnen de grapjes tussendoor het beste waarderen. Adrianne Lenker is hier niet de neurotische perfectionist die zich afzijdig en verlegen opstelt. Juist die soms zelfs knullige uitvoeringen verrassen mij in het bijzonder. Je mag gerust fouten maken en stukken teksten vergeten. Het heeft zijn charme al is het zonde dat hier zo de nadruk op ligt. Maar dat vergeet je eenvoudig weer bij het hemelse Ruined, de meesterlijke afsluiter van Bright Future, een nummer wat live zeker niet aan kracht inboet, al is daar het pianospel ook zeker niet vlekkeloos.

Andere hoogtepunten zijn het tevens van die plaat afkomstige naar haar jeugd verlangende Real House en het verdrietige met de treurviool van Josefin Runsteen opgesierde Sadness as a Gift, waar live nog een sprankje aan hoop doorheen wringt. Ook het positieve opruimende Vampire Empire wordt opgewekt vrolijk aangekondigd, en getuigt van de nodige zelfspot. Hier werkt het dus wel, de zeer aanwezige Spud Infinity mondharp roept vooral irritatie en migraine op. Nu eerst nog de overbodige rotzooi van Live at Revolution Hall opruimen tot er een evenwichtige plaat overblijft, en deze alsnog op vinyl en compact disc uitbrengen.

Adrianne Lenker - Live at Revolution Hall | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

Adrianne Lenker - Songs (2020)

4,0
Totaal onverwachts wordt de wereld opgeschrikt door een onzekere toekomst waarin het maken van afspraken onmogelijk is. Het Corona virus zorgt ervoor dat Big Thief genoodzaakt is om hun volledige geplande tournee te schrappen. Deze vervelende consequentie geeft Adrianne Lenker de mogelijkheid om in alle rust te werken aan haar persoonlijke soundtracks van het nu al in de geschiedenisboeken dik onderstreepte gecatalogiseerde jaar 2020.

Zich totaal afsluitend van de buitenwereld leidt de zangeres een Into The Wild achtig leeg kluizenaars bestaan. Ze verruilt Brooklyn voor een tijdelijke toevlucht in de bergen van Massachusetts, waar ze geïsoleerd werkt aan intieme klein gehouden indie folksongs. De filmische omgeving levert tevens in Instrumentals twee prachtige indrukwekkende muzikale landschilderijen op, die je los kan luisteren van Songs, maar die wel degelijk een verbintenis met elkaar hebben.

Dat eenzaamheid niet altijd vervelend hoeft te zijn, merk je direct terug als de fragiele schelle kinderlijke zang van Adrianne Lenker een nummer als Two Reverse helemaal opentrekt en in alle kaalheid teruggeeft aan de luisteraar. De kenmerkende schoolse dromerigheid van Big Thief is vervangen door de bewustwording om totaal in zichzelf gekeerd op zoek te gaan naar de geluksmomenten in deze roerige wereld. De doelgerichte isolatie waarbij je aangewezen bent op een in deprimerend mineur gestemde dreampop gitaar, wat eenvoudig opnameapparatuur en vooral de krachtmogelijkheden van de stem, die hier sporadisch overdubt wordt.

De verhalende puurheid in Songs ontstaat voornamelijk doordat alle bemoeizuchtige en ontregelde factoren van buitenaf geëlimineerd zijn. Het is een folky singer-songwriter album die dat kernbegrip zo natuurlijk mogelijk benaderd, zonder dat daar veel onderbrekende studio-technische stoeierij aan toegevoegd is. Schoonheidsfoutjes als het verkeerd opstarten van Forwards Beckon Rebound zitten daarbij niet in de weg, en blijven netjes behouden op de uiteindelijke versie.

De opgenomen druipende regendruppels worden gerecycled tot een zacht ritme waarmee ze op passende wijze de aansluitende zanglijnen van het door fragiele dramatiek versterkte Come openen. Een charme die tekent voor de niet als storend ervaren kwetsbaarheid. Ontluikend vogelgefluit laat de schuchtere somber gestemde Zombie Girl ontwaken uit haar winterslaap, waarbij de lente het biologische medicijn is om de depressies te bestrijden.

Toch is Songs in veel opzichten het verlangen naar het normale dagelijkse leven. Dragon Eyes benoemd hierbij de sigaret die op de rand van het bed gerookt wordt, het met een boodschappenlijstje gedachteloos de winkel intrekken en pijnlijke herinneringen aan escalerende familiegelegenheden. Gewone dierbare momenten die al mijmerend met een glimlach op de mond teruggehaald worden. Het aansluitende My Angel kondigt met zijn lange intro de overgang naar Instrumentals aan.

Adrianne Lenker - Songs | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

ADULT. - Perception is/as/of Deception (2020)

3,0
Het vanuit Detroit afkomstige ADULT. maakt al vanaf eind vorige eeuw de clubs onveilig met hun mix van Electric Body Music en synthwave. Niet geheel onbegrijpelijk als je thuisbasis gevestigd is in de Amerikaanse techno hoofdstad.

Nicola Kuperus deelt met haar venijnige zang forse klappen uit. De donkere uitstraling van dominante meesteres sluit perfect aan bij de retro ijskoningin look waarmee deze in zwart geklede kunstenares zich presenteert. Haar echtgenoot Adam Lee Miller mag de onweerstaanbare geluiden samenvoegen tot een huiveringwekkende dansbare sound. De grafische achtergrond van het paar is tastbaar in de abstracte ingecalculeerde muzikale uitwerking van de tracks.

De waardering van hun bevriende collega’s is het beste meetbaar op het zesde album Detroit House Guests waar ze als gastmuzikanten een grote rol vervullen. Ondertussen zijn we met Perception is/as/of Deception alweer twee platen verder, en verwoord het duo Adam Lee Miller en Nicola Kuperus als eenheid de kilte en egocentrische eenzaamheid van de hedendaagse maatschappij. Het is net wat minder springerig dan op voorganger This Behavior waardoor de slepende trage zang meer tot haar recht komt.

Zichzelf geheel uitsluitende van de buitenwereld wordt er vanuit een zwartgeverfde geïsoleerde kelder gewerkt aan een negental songs die de triestheid van de wereld en de onoverzichtelijke toekomst moeten uitstralen. Schemerige achterkamer passie welke eigenlijk niet geschikt is voor het verblindende daglicht.

Hiermee sluiten ze passend aan bij de hedendaagse zwartgalligheid waarin we leven, al moet daarbij wel de notitie gemaakt worden dat dit thema’s zijn die al jaren terug komen in het industriële harde postpunk geluid. Leegte, wanhoop en teleurstelling vormt de voedingsbodem waaruit een zwartgeblakerd zaadje zich laat ontkiemen. Hierin weet ook ADULT. zich niet in te onderscheiden.

Disregard, Look away
Voiceless stares, in dead air
Say one thing, say another
It’s so hard, not so hard… to erase
We appear/disappear
Look between each other
Merge as one, we become, invisible together
It’s so hard / not so hard …to erase
We appear/disappear (We) Look between each other

De onvrede tot uitdrukking gebracht in een enkele track, We Look Between Each Other vat het precies samen. ADULT. is er niet op uit om een boodschap achter te laten. Dit is hoe we er als individu voor staan, en daar heb je maar mee te dealen. Perception is/as/of Deception is overduidelijk gericht op het escapisme. Weekenden ontvluchten om anoniem alle frustraties van zich af te dansen. De auto industrie met de metaalverwerking vormt het kloppende hart van Motor City.

Bikkelharde beats slaan met ferme mokerslagen in op het fabriekslawaai wat gereproduceerd wordt. Een geoliede machine in topvorm draaiende. Veel moordende vintage jaren tachtig galm dus, ingeleid door destructieve noise. En daar ligt het gevaar. Het is allemaal te vanzelfsprekend. De verveling maakt ook van Nicola Kuperus een monotone robot, die gevoelloos haar teksten opdreunt.

Ondanks dat deze onverschilligheid masochistische houding een belangrijk element vormt in de gefrustreerde zenuwachtige muziek, lijkt het er steeds meer op dat ADULT. het gevaar loopt om op een dood spoor te belanden. Perception is/as/of Deception balanceert op een spanningsveld met weinig elastische veerkracht. Of zijn we in het verleden net te vaak verwend geraakt?

ADULT. - Perception is/as/of Deception | Electronic | Written in Music - writteninmusic.com

Aerosmith - Get a Grip (1993)

3,5
Aerosmith vond ik altijd een wat over het paard getild bandje met een frontman die dacht dat hij Mick Jagger was; hij staat toch echt wel ver in de schaduw van hem.
Live wel prima, ik zag ze op het Mega Music Rock Experience, ze waren daar de hoofd act, maar ik kwam er vooral voor Therapy?
Ik was dan ook verrast dat ik Dream On hoorde, dit kende ik van The Mission, maar wist niet dat het eigenlijk een Aerosmith nummer was.
Er werd veel gespeeld van Get A Grip; achteraf gezien zou dit ook hun bekendste album zijn, gevolgd door voorganger Pump.
Iedereen kent wel de clips Crazy, Crying en Amazing met dochter Liv Tyler en Alicia Silverstone.
Als dochterlief later naam maakt als filmster, scoren ze een monsterhit met het Bryan Adams achtige I Don't Want to Miss a Thing van Armageddon.
Get A Grip opent met een vette knipoog naar Walk This Way, waar Steve Tyler zelfs bijna klinkt als James Brown.
De drums klinken misschien net te schel, vergelijkbaar met die op het tweede album Time’s Up van Living Colour met aardig wat Prince invloeden.
Slechte productie?
Ach, het hoorde gewoon bij die tijd.
Het album klinkt stevig, en zelfs zonder de beroemde video’s zou deze het nog prima redden, want de nummers zijn op zich sterk genoeg.
Toch is Get A Grip mij net teveel gericht op het grote publiek; echte diepgang ontbreekt wel, maar als dan die mondharmonica binnen valt in Fever, wordt ik toch wel even helemaal gelukkig.
Misschien net als grote voorbeeld The Stones nog een prima blues cover album maken?

Affaire - Internal Swing (2025)

4,0
De door verschillende Belgische poppodia en platenlabel 4AD opgezette Sound Track muziekwedstrijd is een mooie alternatieve tegenhanger van het overbekende Humo’s Rock Rally waar nieuwe bands de mogelijkheid hebben om zich te promoten. Een geslaagd initiatief voor de indierockers van Boy Silly, die daar als publiekslieveling een overtuigende show neerzetten. Helaas krijgt dit geen vervolg, al maken frontman Michiel Ritzen en voormalige The Haunted Youth drummer Nick Caers als De Affaire een doorstart. Na de nog sterk op Boy Silly leunende Outside verdwijnt het voorzetsel uit de bandnaam waardoor het internationale allure krijgt. Maar wat misschien nog wel belangrijker is, het tweetal maakt een forse koerswijziging door en presenteert zich tegenwoordig als eighties getint elektrowave popduo.

Eigenlijk bestaat Affaire op papier al langer dan Boy Silly en gaat naar de beginselen van een lange vriendschap terug, waar twee jongeren zich al jammend op een drumstel uitleven. Dat plezier willen ze nu op de Internal Swing EP terugbrengen. Door de retro prullaria klinkt het rockende Come On wat goedkoop en speels, al gooien ze er wel de nodige industriële stoorzenders doorheen. Het hysterisch croonende stemgeluid van Michiel Ritzen leunt zwaar tegen een zenuwinzinking aan. Het met voorgeprogrammeerde drumcomputers opgenomen Repetition is het schakelpunt tussen Krautrock en Neue Deutsche Welle maar dan uitgevoerd door een militante door Front 242 beïnvloede Electric Body Music drilmachine. Dit alles is slechts een kleine stap naar de postpunk van Mountain Energy, waar een jankend gitaartje zich ruw tussen dringt.

De death disco Speedway cabaretswing is met gemak te herleiden tot de New Yorkse no wave scene, waar pioniers als Suicide patent op hebben. Het is de zustertrack van het gelijkwaardige Come On, maar echter slechts voorwerk van het overdonderende lekkere Thoughts and Pleasures. Zelfs de grootste pessimist komt hiervan in beweging en tovert een glimlach op zijn gezicht. De grootste verrassing zit halverwege als de snelheid flink opgevoerd wordt en de song zich tot een ware rocker ontwikkelt. Het met Bossanova ritmes opgesierde Keep Calling is de antireactie op de therapeutische hulplijnen en het gebrek aan begeleiding aan hulpverleners die zelf in overspannen toestand antwoord op problemen moeten geven. Vergeet Outside en beschouw de Internal Swing EP als het ware startpunt van Affaire, ideaal om een festival vooravond mee te eindigen.

Affaire – Internal Swing EP | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

Agnes Obel - Myopia (2020)

4,5
Vanuit Kopenhagen weerklinkt de stem van de zangeres als een naaste bloedverwant van De Kleine Zeemeermin van Hans Christian Andersen. Haar lokroep weet als een sirene op een gepassioneerde wijze te ontroeren en je naar haar toe te dwingen. Met een sprookjesachtige sound waarbij de aandacht geaccentueerd wordt op de Deense hymnes. Waarbij de viool als het hoofdinstrument van de traditionele volksmuziek een prominente rol vervult. Ook de vele klassiek geschoolde Deense componisten uit de oudheid worden in het pianospel zeker niet vergeten.

Het heeft tot het dertigste levensjaar geduurd voordat Agnes Obel voor het eerst met haar solowerk van zich laat horen. Eerder was ze nog niet klaar om de wereld hiermee kennis te laten maken. De persoonlijke zoektocht naar de vocale stem mogelijkheden is volbracht als in 2010 Philharmonics verschijnt. Het prachtige kunstwerkje Riverside groeit door mond op mond reclame al snel uit tot een publieksliefhebber. Wie gaat er toch schuil achter dit mooie verhalende klein gehouden prachtliedje; Agnes Obel dus. Die wereld is dus wel degelijk klaar om haar te omarmen.

De dromerige hemelse popmuziek laat zich steeds verder verstillen, waardoor er volop ruimte ontstaat voor het geschoolde pianospel en de zang zich steeds meer richt op adembenemende hoogtes. Het blijkt dat het sterke Aventine een tussenstation is, om vervolgens tot ontplooiing te komen op het ook al niet misselijke Citizen of Glass. Bestaat er de mogelijkheid om je daar vanuit nog verder te ontwikkelen? Jazeker, nu is er ruim drie jaar later het meesterwerk Myopia.

De continuïteit van het hoge niveau wil nergens wegsterven tot kunstzinnig gefröbel, waardoor ze de binding met de luisteraar niet verliest. Hierdoor is Myopia een waardig stukje nationaal cultuur erfgoed geworden welke net zo illustratief voor de omgeving is als Stevns Klint en de gotische Kathedraal van Roskilde. Nu de uitvoerende artiest zich rond haar veertigste jaar in het middelpunt van het leven bevindt, komen de gevoelens van twijfel en nostalgisch terugkijken sterker op de voorgrond. De sensitieve beleving wordt anders door het afzwakken van de zintuigen, waardoor Myopia (bijziendheid) een juist gekozen titel blijkt.

Flarden pianoklanken weerspiegelen haar gemoedstoestand in het zwaar aangezette Camera’s Rolling. Er wordt al steevast het maximale uit haar vocalen gehaald, door deze meervoudig te samplen tot een spookachtig mythische godin. Gejaagde strijkinstrumenten staan hierbij familiair opgesteld als de volwassen zusters naast het dartelende, bijna kinderlijke onschuldige pianopartijen op Myopia. Een veelbelovend samenspel die zijn diepgang prijs geeft in het stabiele uitgebalanceerde tiental songs waarmee Agnes Obel je verbaal en instrumentaal volledig wegblaast.

Broken Sleep laat zich nog meer leiden door de aangestuurde effecten die niet camouflerend hun werk doen, maar het juist een vocaal gouden randje mee geven. Het cello gezelschap Charlotte Danhier en Kristina Koropecki zullen vanaf hier in het geheel twee vaak terugkomende gastrollen vervullen. Ondanks het zwevende karakter blijft het aardse gewortelde domineren, waardoor het niet in een hedendaags new age spiritueel schouwspel uitmondt. De herhalende zangpartijen willen wel hypnotiseren, maar niet tot een bewusteloze toestand bedwelmen.

Zelfs als de zang helemaal onzichtbaar is in het klassieke drietal Roscian, Drosera en Parliament of Owls blijft het allemaal even overtuigend. Waarbij Roscian een prachtige aankondiging is naar het sensuele titelstuk Myopia waar ze zelfs de Keltische folklore opzoekt. Can’t Be gaat zelfs nog een stapje verder en is onvervalste eighties dreampop met een fluwelen postpunk randje. Met Middeleeuwse zangkoortjes schept ze in Promise Keeper een universeel landschap welke gemarkeerd kan worden als tijdloos. Dit onderstreept ze nogmaals nadrukkelijk in het ijzingwekkende koel verzorgde Won’t You Call Me.

Agnes Obel - Myopia | Pop | Written in Music - writteninmusic.com

Aidan Knight - Aidan Knight (2020)

3,5
Soms zijn vervelende situaties als onverwachte levensveranderingen noodzakelijk om dichter bij jezelf te komen. Bij Aidan Knight gebeurde dat vier jaar geleden tijdens zijn tournee door Europa. Doordat de Canadees de Brexit van heel dichtbij meemaakte, en Prince, een van zijn muzikale voorbeelden plotseling komt te overlijden krijgt hij een soort van kortsluiting in zijn gedachtegang. Dit openbaart zich in een paniekaanval op het podium in Amsterdam wat uiteindelijk een burn-out tot gevolg heeft.

De zelfverzekerdheid en positieve reflectie die hij tijdens de interviewsessies uitstraalt staat op het punt van omvallen, al is Aidan Knight zich hier in eerste instantie nog niet zo bewust van. Hoe ironisch is het dat hij feitelijk benoemd dat zijn kijk op de nummers van Each Other vier jaar later waarschijnlijk totaal kan veranderen, iets waar hij inderdaad gelijk in heeft gehad. Het roer moet drastisch om, de singer-songwriter stopt met drinken en gaat aan de slag met de opvolger van zijn doorbraakplaat.

Door zijn innerlijke verdriet en geestelijke gesteldheid dreigt hij weg te zakken in destructieve depressies, waardoor het materiaal voor zijn nieuwe album bijna in de prullenbak is beland. Hierdoor is Aidan Knight een persoonlijke verwerkingsplaat geworden, die alleen daarom al zijn naam draagt. Gelukkig zorgt zijn prille vaderschap voor genoeg positieve inspiraties waardoor er meer dan genoeg ruimte ontstaat voor gelukzalige momenten en de hoopvolle gevoelens die de geboorte van zijn kind weten op te roepen.

Toch is het geluid lekker warm, zoals we ondertussen van hem gewend zijn. En worden zijn zwaarmoedige teksten muzikaal ondersteund door een breed scala aan illustratieve strijkers in het fantastische trage Mary Turns the Pillow en het dromerige voortkabbelende St. Kierans. Door dezelfde instrumenten dreigend te laten klinken ontstaan er hypnotiserende misthoorn achtige geluidsgolven in het sfeervolle Houston TX.

Met de stevige solerende gitaarakkoorden in Julia in the Garden voegt hij er al direct een ouderwets jaren zeventig rockrandje aan toe. Het is eventjes wachten, maar op Slacker II overtreft hij zichzelf nogmaals op dit artistieke vlak. Juist die keuze om dit onmiskenbare grote talent volledig onverschillig verder te negeren, getuigd in het vertrouwen van het overige sterke materiaal. Met gemak had hij een album kunnen vullen met prachtige elektrische gitaaruitspattingen, nu blijft het beperkt tot een paar momentele dynamische toevoegingen.

Een mooi pakkend fundament om op verder te borduren, waarbij de gepassioneerde zanger dan ook geen enkele steek laat vallen. De kinderlijke slaapliedjes klanken uit de Suzuki Omnichord zorgen voor een experimenteel eighties geluid in La La. Dit Japanse gadget had doorontwikkeld moeten worden tot een keyboard die je als een gitaar bespeelt, maar is ondertussen al lang op het kerkhof der elektronische hebbedingetjes beland.

De opbeurende weg naar Aidan Knight is een lange slopende bergtocht, waarbij de singer-songwriter triomfantelijk het hoogtepunt heeft bereikt, en dit viert met een elftal zelfverzekerde eindresultaten. Wat ben ik er hem dankbaar voor dat hij uiteindelijk ervoor gekozen heeft om de tracks met ons te delen, en niet in een waan van benauwenis de hele plaat gecanceld heeft.

Aidan Knight - Aidan Knight | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

Air - 10,000 Hz Legend (2001)

3,5
Ik heb hierbij beelden van een ruimtereis naar Mars, waarbij maar een van de bemanningsleden op de hoogte is dat er nooit genoeg brandstof zal zijn voor een terugreis.
Met de aanwezige zwaartekracht op de planeet zal het opbouwen van een bestaan onmogelijk zijn.
Als iedereen slaapt brengt hij verslag uit van het verloop van de tocht.
Tussendoor wordt er geswitcht naar een andere golflengte, waarbij er gewoon muziek wordt gedraaid.
Zijn geheime missie mag nooit ontdekt worden.
Terwijl de hele wereld gelooft dat de middelen niet aanwezig zijn, is dit al de derde ontdekkingstocht.
De wezens gevonden bij Roswell laten een parallelle ervaring zien.
Ook zij kwamen snel na het bereiken van de eindbestemming te overlijden.

Alabama 3 - Step 13 (2021)

4,0
De kracht van een goede televisieserie zit hem meestal in het totaalpakket. Een belangrijk onderdeel daarvan is het openingsthema, veelal bepalende voor de opbouwende afleveringen. Het coole Woke Up This Morning leent zich perfect voor de duistere misdaadfamilie The Sopranos. Alleen hebben de Alabama 3 leden geen Italiaans-Amerikaanse gangsterachtergrond, maar zijn ze afkomstig uit een muzikaal hart van Groot Brittannië, het Londense Brixton district. Helemaal schoon van criminele activiteiten is het gezelschap niet. Nick Reynolds is namelijk de zoon van Bruce Reynolds, het brein achter de Great Train Robbery. Nick verdient buiten zijn muzikale carrière het geld met een lugubere bezigheid, namelijk in het ontwerpen van sculpturen van overleden personen, de zogeheten dodenmaskers.

Alabama 3 is een Rat Pack van hedendaagse Britse rasartiesten die elkaar vinden als op illegale dance raves de acid house een dominante positie vervult. Gevormd door kernleden Jake The Very Reverend D.Wayne Love Black en Rob Larry Love Spragg, waarna al snel Nick Harpo Strangelove Reynolds, Piers The Mountain of Love Marsh en Orlando The Spirit Harrison zich bij het gezelschap voegen. Na een aantal personeelswisselingen, een twaalftal platen en het trieste ziekelijke sterfbed van de Schotse frontman Jake Black blijven er uiteindelijk vijf kernmuzikanten over, die als heuse bendeleden het liefste met bijnamen aangesproken worden.

De kenmerkende podiumgekte compenseert het verdriet, waar de geest van Jake Black zich openbaart in de verlopen Las Vegas presentatie van vergeten countryhelden, die voor eeuwig dat trucje herhalen. Tot hier de korte geschiedbeschrijving van dit legendarische zooitje ongeregeld welke een krankzinnige mix van stoere country, trippende dansbare elektronica en smerig rockende blues ten gehore brengen. Ben ik nog iets vergeten om toe te voegen? Vergeef het mij dan.

Ondanks dat de albumtitel Step 13 afstammende is van de theorie dat men na de dood in een nieuwe overkoepelende fase terecht komt is deze tevens te herleiden tot de laatste zware trede van het trappenhuis in het ziekenhuis (Night Tripper in the Trap House), waar Rob Spragg definitief afscheid van zijn goede amicale kameraad neemt. De stuiterende aerobicdisco van Whacked gaat helemaal terug naar die trippende LSD Summer Of Love, ergens in de jaren negentig waar het gelijkgestemde tweetal in hallucinerende verdwaasde toestand besluit om een band te beginnen.

Met Step 13 pakt Rob Spragg de lijn weer op. Nog steeds is er ruimte voor humor, maar de dood van zijn maatje heeft de kijk op het leven wel drastisch veranderd. Sterker nog, Tranquilize Yourself Britannia is de cooling down, de ontnuchterend afterparty. Het is net wat zwartgalliger allemaal, maatschappij kritisch zelfs, bewust van de sterfelijkheid en het feit dat elke nieuwe dag inderdaad een nieuwe dag is. Minder manische gekte dus, meer bezinning. Alabama 3, next level.

Er wordt keihard naar de onnavolgbare Verenigde Staten, Land Of The Free uitgehaald. Het stevige rockende met klagende mondharmonica overstemmende Yolanda is gebaseerd op het Black Lives Matter verhaal, waar de trots van de American Dream en het respect voor iconische bluesartiesten vervaagt door de nog steeds woekerende discriminatie. Volgens Spitting Image tradities wordt de spot gedreven met het onbegrijpelijke rechtse beleid van Donald Trump, die flink aangepakt wordt in het satirische The Lord Stepped In (Taking Back Control) waar Rob Spragg in de huid van soulvolle TV dominee kruipt, het boetekleed afgeworpen, vervangen door een mierzoet glitterpak.

Glamrock croonend werkt Alabama 3 zich door Petronella Says heen, met ook hier een aangename hoofdrol voor blazer Nick Reynolds. Het in de lijn van het hardere straat blues geluid van voormalig Hous Of Pain hiphop icoon Everlast liggende Rise Up Brother Rise opent de deuren naar de schemerige wereld van de crack dealers in If They Ring Your Bell, de in portieken levende junkies soul van Night Tripper in the Trap House, het in eenzaamheid zwervende Every Time I See a River, de zelfkant van het bestaan afglijdende Somebody Somewhere en het met hemelse orgelklanken omhoog getilde Lifted. De desperate cowboy slidegitaarsongs They Shoot Horses en Song for Aubrey zijn waardige toevoegende bonustracks.

Alabama 3 - Step 13 | Rock | Written in Music - writteninmusic.com

Alan Sparhawk - White Roses, My God (2024)

4,0
Een dag na de dood van Mimi Parker op 5 november 2022 wordt dit bericht publiekelijk kenbaar gemaakt. Ik ben op dat moment bij een concert van Arab Strap in Nijmegen aanwezig waar een aangeslagen Aidan Moffat dit mededeelt. Blijkbaar komt de boodschap niet bij iedereen binnen, het gejuich uit de zaal is op dat moment behoorlijk misplaatst, zeker als een mineur gestemde zanger het later nogmaals probeert duidelijk te maken. Een week later zou Low een prominente rol op het Le Guess Who? festival in Utrecht vervullen, vanwege de ziekte van Mimi Parker was dit optreden slechts een maand eerder afgelast. Dat geeft nogmaals weer wat voor een bijzondere persoonlijkheid Mimi Parker was, ze liet zich tot het einde toe niet uit het veld slaan.

Het verlies in de muziekwereld is groot. Natuurlijk is het bekend dat Mimi Parker eierstokkanker heeft en dat ze midden in dit gevecht zit. De laatste berichten waren best hoopvol en positief, of gunden we haar gewoon veel mooie jaren. Het was even wennen toen Low de overstap naar een meer elektronisch geluid maakte, maar naar het gedurfde Double Negative volgt het bijna perfecte HEY WHAT. Low beleeft een tweede jeugd en de band die jaren eerder het slowcore begrip introduceert en ons het prachtige Lullaby van I Could Live in Hope schenkt, bestaat niet meer. Een klap in je gezicht welke je dagenlang verdoofd achterlaat.

Haar echtgenoot Alan Sparhawk komt een van haar laatste beloftes na, en verschijnt een jaar later alsnog op Le Guess Who? Het is een beladen emotionele avond in de Utrechtse Jacobikerk waarbij rouw en verdriet centraal staan. Zijn zoon Cyrus speelt basgitaar, en het duo brengt met een tweetal overige muzikanten een mix tussen berustende psychedelica, swingende funk en hardere rockstukken. Een waardige afsluiting van een mooie productieve periode. Het boek is definitief dichtgeslagen, langzaam werkt Alan Sparhawk in alle stilte aan zijn eerste soloplaat, welke weer een jaar later op 22 september 2024 uitkomt.

Op White Roses, My God keert Alan Sparhawk naar de succesvolle elektronische inslag van het latere Low werk terug. Met de nodige stemvervormers maakt Get Still pijnlijk duidelijk dat Mimi Parker onmisbaar is. Hij klinkt iets te vaak als een helium junk die net iets teveel van dat gas heeft benuttigd. Muzikaal gezien is het allemaal behoorlijk spannend en zelfs dansbaar, je mist de verzachtende verkoeling van zijn overleden echtgenote. Het is lastig om deze amputatie te vergeten, het kost mij dan ook de nodige luisterbeurten om dit los te laten. Niks ten nadele van Alan Sparhawk, het is duidelijk hoorbaar dat hij het grote muzikale genie is, de Low chemie ontbreekt.

Stel je Get Still eens met de vrouwelijke krachtbron van Mimi Parker voor. Dan hebben de woorden meer zeggingskracht en is Get Still bijna een helende folk mantra. Dan valt alles op zijn plek en heeft White Roses, My God veel meer impact. Get Still is het loslaten, daarbuiten ligt de toekomst. Onder de treurende ondertoon ligt het verdriet, de psychedelica verwijst naar jaren zeventig glam en krautrock. Muziek uit de vroege jeugd van Alan Sparhawk. Daar ligt zijn basis, het startpunt van een genoodzaakte koerswijziging. Het herhalende I Made This Beat, de doorstart, zo eenvoudig kan het zijn.

De mijmerende Not the 1 liefdesballad verwijst naar die laatste minuten samen met Mimi Parker. Hij legt zijn hand op haar pols en voelt alleen leegte, de vluchtige beat sterft af, de hartslag is verdwenen. De aangrijpende Heaven gospelsoul is kort bondig samengevat, het verlangen naar het eeuwige samenzijn. De duistere industriële Can U Hear new wave en het Feel Something popdeuntje laten hem uit een comateuze droomroes ontwaken. Het is tevens de aankondiging van de White Roses, My God plaat. De wederopstanding, de terugkeer.

Brother benadrukt nogmaals hoe bijzonder het huwelijk tussen Alan Sparhawk en Mimi Parker was. De verbondenheid vertoont gelijkenissen met een onbreekbare familieband. Elkaars bloed, elkaars ziel, elkaars pijn en verdriet dragen. Ze delen dezelfde spirituele overtuigingen. Vanuit hun Mormoonse overtuiging geloven ze in een wederopstanding, het elkaar wederzien. God maakt het afscheid in Black Water zwaar, twijfel en onbegrip domineren. Black Water is destructief, met dreigende junglebeats, bewapende oorlogsritmes en ingehouden onmacht. Bij de net zo duistere Station tripgoth verwijst Alan Sparhawk naar de White Roses, My God albumtitel. Hier komen alle frustraties tot een kookpunt. God biedt geen antwoorden, God zorgt er enkel voor dat het beklemmende gevoel niet wegebt.

Het claustrofobische Somebody Else’s Room opent de poort naar een andere hoger gelegen dimensie. Uitnodigend, aarzelend. De behoefte om nieuwe stappen te zetten, stappen waarvan het eindresultaat nu mijn gehoor binnendringt. Project 4 Ever is verlichtend, spiritueel overtuigend. De noise ruis verwijst nogmaals naar het prachtige Double Negative/ HEY WHAT tweeluik van Low. Het is nu allemaal kloppend. Door het gemis van Mimi Parker kan White Roses, My God zich nooit met die twee platen meten, en daarmee bewijst Alan Sparhawk nogmaals wat voor een unieke persoonlijkheid zijn vrouw was. Misschien heeft hij daarom wel bewust zijn stem lelijk gemaakt.

Alan Sparhawk - White Roses, My God | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

Alan Sparhawk - With Trampled by Turtles (2025)

4,5
geplaatst:
Hoe iemand rouw verwerkt is persoonlijk. Alan Sparhawk zette zijn verdriet in het verknipte elektronische White Roses, My God om. Een waardig soulvol eerbetoon aan zijn overleden partner Mimi Parker, zijn wederhelft waarmee hij Low vormde. Het was een niet echt een toegankelijke plaat, met een veelvoud aan stemvervormers. Een sobere ingetogen benadering voor een klein publiek. Bij de aansluitende optredens hoorde je vooral een rockende muzikant, en dat ligt hem eigenlijk wel het beste.

Het toeval brengt hem bij het bevriende Trampled By Turtles. In het verleden produceerde hij al hun Wild Animals plaat. Nu bivakkeerden ze beide rond dezelfde winter van eind 2024 in de Pachyderm studio te Cannon Falls. Een samenwerking kon niet uitblijven, en leidde tot het in een dag opgenomen Alan Sparhawk – With Trampled by Turtles. De nummers zijn niet nieuw, zo speelt hij openingstrack Strangers vorig jaar al samen met zijn zoon Cyrus.

Zonder zijn echtgenoot klinkt Alan Sparhawk als Neil Young in zijn gloriejaren, en dat is een groot compliment. De countryfolk begeleiding van Trampled By Turtles versterkt dit alleen maar. Stranger staat voor zijn terugkeer op het podium, jezelf herontdekken, zonder het vertrouwde klankbord. Stranger heeft een heerlijke grunge unplugged vibe, we wanen ons weer eventjes in de jaren negentig. Nooit eerder past Alan Sparhawk zo treffend op het Sub Pop label.

Too High stamt nog uit de The Invisible Way periode, maar door de koerswijziging van Low krijgt het geen plek op een de latere albums. Vanwege de trieste omstandigheden is een zin als You Put The Words To A Melody, And Try To Make It Fit, Sometimes It Kills You, But It Sets You Free, It Cuts Right Through It direct naar het aandeel van Mimi Parker te herleiden. Een passende lofzang, waardig uitgevoerd. Het uptempo Princess Road Surgery komt uit diezelfde sessies voort, en benadrukt nogmaals de productieve creativiteit van dit tweetal. Een hoogtepunt welke nu eindelijk dienst doet.

Het tevens op White Roses, My God aanwezige Heaven krijgt hier een ziel. Een ziel die de eenzaamheid benoemd en deze een plek geeft. Ooit zullen ze weer samen zijn. Hoe belangrijk de familieband is, blijkt wel in Not Broken, een adembenemend duet van vader Alan en dochterlief Hollis. Ze vervangt haar moeder niet, het is griezelig hoe dicht ze met haar stemgeluid de herinneringen aan Mimi oproept. Jeugdiger, minder doorleeft, maar wel dezelfde zielsbeleving. Ze delen pijn en onbegrip, en drukken de boosheid naar de achtergrond.

Die hartzeer openbaart zich ook in de eeuwige afscheidssong Screaming Song. We huilen in stilte, zonder tranen, met de emotie van ingehouden woede. We laten de krassende gitaar en getergde cello die emotie overdragen en luisteren met een brok in de keel naar dit immense verdriet. De elektrische Get Still dodenmars op White Roses, My God krijgt door de veelvoudige toevoeging van dierengeluiden een nieuw leven ingeblazen. De hoopvolle stem van Alan Sparhawk wordt in gospelkoorklanken ondergedoopt. Trampled By Turtles geeft hem het speelplezier terug.

Don’t Take Your Light is het verslag van de duistere periode waar Alan Sparhawk zich doorheen vecht. Bijzonder hoe hij uit dit dieptepunt zoveel kracht haalt en het nummer tot een muzikaal hoogtepunt ombuigt. Trampled By Turtles spreekt dezelfde muzikale donkere taal als The Bad Seeds, Ryan Young versterkt dit nogmaals met zijn prachtige treurviool spel. Het persoonlijke Torn & in Ashes blijft ook dicht bij zichzelf. Torn & in Ashes zijn de donkere pagina’s van een dagboek die de muzikant achter zich laat om het bestaan opnieuw op te pakken. Een stukje verwerking om verder te komen. Een natuurlijk proces waar hij blijkbaar op de voorganger nog niet aan toe is.

In het verleden was het vooral de gebroken stem van Mimi Parker die mij ontroerde, nu besef ik pas dat Alan Sparhawk ook een geweldige vocalist is. Deze Americana aanpak ligt hem goed. Het verschuilen achter vocoders is totaal overbodig. Het grote verschil met White Roses, My God is dat daar de afwezigheid van Mimi Parker confronterend binnenkomt, en dat haar geest overduidelijk wel op Alan Sparhawk – With Trampled by Turtles aanwezig is.

Alan Sparhawk - With Trampled by Turtles | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

Alanis Morissette - Jagged Little Pill (1995)

3,5
You Oughta Know was een klap in je gezicht.
Dave Navarro en Flea van Red Hot Chili Peppers zorgden met hun bijdrage voor een extra stoere push.
Stel je eens voor dat vrouwen voor hun rechten zouden opkomen.
Ik werd bijna bang voor deze feministische song.
Het tijdperk van de Debbie Gibsons en Tiffany’s leek voorbij.
Hier stond een rockchick op.
Die besloot om met haar derde album een andere koers te bevaren.
Tenminste, dat was de indruk die je kreeg naar het luisteren van de eerste single van dit album.

Gelukkig viel het allemaal wel mee.
Jagged Little Pill overtreft nergens deze nachtmerrie.
Mannen kunnen weer gerust gaan slapen.
Haar nagels werden vervolgens netjes geknipt.
Zodat ze niemands rug konden beschadigen.
Prima huisvrouwen muziek.
Tevens geschikt voor de puberende bakvis.
Wegdromend op haar tienerkamer.
Behangen met de hedendaagse idolen.

Producer Glen Ballard maakt er een toegankelijk album van.
Perfect getimed voor het grote publiek.
Alanis wordt gestileerd als vrijgevochten grungemeisje.
Blijkbaar werkt dit goed.
Avril Lavigne onderging later een soortgelijke behandeling.
Het schuchtere meisje werd punker.
Imago was mede bepalend voor het succes.

Natuurlijk is Alanis een goede zangeres.
Maar ik had liever een verdere samenwerking met Dave Navarro en Flea gezien.
Juist het product wat dat voort bracht zette haar op de kaart.